Wet inkomstenbelasting 2001 art. 3.139 ( tekst 2015)
3.139 Negatieve persoonsgebonden aftrek
Negatieve persoonsgebonden aftrek Als negatieve persoonsgebonden aftrek van een belastingplichtige wordt in aanmerking genomen:
  • a. hetgeen door hem is ontvangen als teruggave van of nagekomen betaling ter zake van onderhoudsverplichtingen die op grond van afdeling 6.2in aanmerking zijn genomen;
  • b. hetgeen door hem is ontvangen als teruggave van of nagekomen betaling ter zake van uitgaven voor specifieke zorgkosten die op grond van afdeling 6.5in aanmerking zijn genomen, ten hoogste tot het bedrag van de uitgaven die in aftrek zijn gekomen;
  • c. hetgeen door hem is ontvangen als teruggave van of nagekomen betaling ter zake van scholingsuitgaven die op grond van afdeling 6.7in aanmerking zijn genomen, ten hoogste tot het bedrag van de uitgaven die in aftrek zijn gekomen;
  • d. hetgeen door hem is ontvangen als nagekomen betaling ter zake van uitgaven voor monumentenpanden die op grond van afdeling 6.8in aanmerking zijn genomen, ten hoogste tot het bedrag van de uitgaven die in aftrek zijn gekomen en
  • e. het bedrag dat door hem is ontvangen ten gevolge van de ontbinding of herroeping van een schenking die op grond van afdeling 6.9in aanmerking is genomen, indien van toepassing vermeerderd met het bedrag, bedoeld in artikel 6.39a , voor zover dat bedrag of die bedragen in aftrek is onderscheidenlijk zijn gekomen.